Toegangspunten voor packet-gegevens
Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Bestemmingen >
Toegangspunt en volg de instructies op het scherm.
Als u een packet-gegevenstoegangspunt wilt bewerken, opent u een van de
groepen met toegangspunten en selecteert u een toegangspunt dat gemarkeerd is
met
.
Volg de instructies van de serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Naam toegangspunt — U krijgt de naam van het toegangspunt van de
serviceprovider.
● Gebruikersnaam — De gebruikersnaam kan nodig zijn bij het maken van een
gegevensverbinding en wordt doorgaans verstrekt door uw serviceprovider.
● Wachtwoord vragen — Selecteer Ja als u bij aanmelding op de server telkens
een nieuw wachtwoord moet invoeren of als u het wachtwoord niet in het
apparaat wilt opslaan.
● Wachtwoord — Een wachtwoord kan nodig zijn bij het maken van een
gegevensverbinding en wordt doorgaans verstrekt door uw serviceprovider.
● Authenticatie — Selecteer Beveiligd als uw wachtwoord altijd gecodeerd moet
worden verzonden of selecteer Normaal als uw wachtwoord indien mogelijk
gecodeerd moet worden verzonden.
● Homepage — Voer het internetadres of het adres van de
multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het toegangspunt dat u instelt.
● Toegangspunt gebruiken — Selecteer Na bevestiging als u wilt dat het
apparaat om bevestiging vraagt voordat de verbinding via dit toegangspunt
wordt gemaakt, of Automatisch als u wilt dat het apparaat met de bestemming
verbindt door dit toegangspunt automatisch te gebruiken.
Selecteer Opties > Geavanc. instellingen en kies een van de volgende opties:
Connectiviteit
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
92
● Netwerktype — Selecteer het internetprotocoltype voor het overbrengen van
gegevens naar en van uw apparaat. De overige instellingen zijn afhankelijk van
het geselecteerde netwerktype.
● IP-adres telefoon (alleen voor IPv4) — Voer het IP-adres van het apparaat in.
● DNS-adressen — Voer de IP-adressen van de primaire en secundaire DNS-
servers in (indien vereist voor de serviceprovider). Neem voor deze adressen
contact op met uw internetprovider.
● Proxyserveradres — Voer het adres van de proxyserver in.
● Proxypoortnummer — Voer het poortnummer van de proxyserver in.